De nieuwe fiscale regeling van de regering maakt niet-emissievrije bedrijfswagens vanaf 1 juli 2023 duurder voor werkgevers. De impact is beperkter voor vzw’s maar toch is het ook voor deze organisaties, en haar werknemers, interessant om in te zetten op de elektrificatie van bedrijfswagens.
Bedrijfswagens: nieuwe fiscale en sociale regeling vanaf 1 juli 2023
Hogere solidariteitsbijdrage voor werkgever
Als werknemers de bedrijfswagen ook voor privéverplaatsingen mogen gebruiken, moet elke werkgever een solidariteitsbijdrage aan de RSZ betalen. Om de elektrificatie van het wagenpark te versnellen, zal deze bijdrage met een bepaalde factor verhoogd worden voor alle niet-emissievrije wagens die na 1 juli 2023 worden besteld.
Besteld na 1 juli 2023 | Factor verhoging solidariteitsbijdrage | Voorbeeld Huidige bijdrage = €60 |
Vanaf 1 juli 2023 | x 2,25 | 135 |
Vanaf 1 januari 2024 | x 2,25 | 135 |
Vanaf 1 januari 2025 | x 2,75 | 165 |
Vanaf 1 januari 2026 | x 4,00 | 240 |
Vanaf 1 januari 2027 | x 5,50 | 330 |
Verhoging voor werkgever op periode van 4 jaar | € 6.390 |
Hoger voordeel alle aard voor werknemer
De formule voor de berekening van het voordeel alle aard voor de werknemer wijzigt niet vanaf 1 juli 2023. Het voordeel alle aard voor een emissievrije wagen is momenteel al een stuk interessanter dan voor een fossiele brandstofwagen. De referentie-CO2-uitstoot zal de komende jaren blijven dalen en dus telkens voor een hoger voordeel alle aard zorgen. Werknemers zullen dus van hun werknemer verwachten dat ze kunnen kiezen voor een elektrische wagen.