Wat is de toekomst van de Europese Green Deal?

De opmars van populistische politici bij de laatste Europese verkiezingen geeft het idee dat beleid geen grond hoeft te hebben en plotsklaps van wit naar zwart kan gaan. Hoe zit dat met het Europese beleid dat in de vorige legislatuur een baken was van wetenschappelijk onderbouwd beleid met de Green Deal? Wordt dat nu overboord gegooid?

  • Verkenner
  • Blog
  • Energie
  • Water
  • Mobiliteit
  • Biodiversiteit
  • Materialen
  • Voeding
Impact: 1/5
Investering: 1/5

Een vergelijking van het lang verwachte en pas gepubliceerde rapport The Future of European Competitiveness (het “Draghi-rapport”) met de Green Deal van de vorige Europese Commissie en de beleidsverklaring van commissievoorzitter Ursula von der Leyen voor de periode 2024-2029

1. Focus op concurrentiekracht én op duurzaamheid

Het rapport over Europese concurrentiekracht benadrukt de noodzaak om Europa's positie op de wereldmarkt te versterken door middel van innovatie, met speciale aandacht voor technologieën zoals kunstmatige intelligentie (AI) en schone energie. Het geeft aan dat decarbonisatie een economische kans biedt en noodzakelijk is om competitief te blijven. Daarom waarschuwt Draghi ook voor de concurrentie vanuit landen zoals China die hierin forser en sneller investeren.

Het rapport waarschuwt daarnaast ook voor de hoge energiekosten in Europa en het risico dat de energietransitie de concurrentiekracht van Europese bedrijven kan ondermijnen, wanneer ze te traag verloopt in vergelijking met de VS en China. Het benadrukt dan ook de noodzaak van een goed gecoördineerd plan om decarbonisatie te koppelen aan economische groei.

De Green Deal is vooral gekend voor zijn focus op milieu- en klimaatdoelen, maar deelt dezelfde combinatie van doelstellingen. Ze legt meer nadruk op de milieudoelen, zoals het bereiken van klimaatneutraliteit tegen 2050 door middel van energie-efficiëntie en investeringen in hernieuwbare energie, waarbij het sociale aspect (de rechtvaardige transitie) ook centraal staat. Ze ziet decarbonisatie als een kans voor Europa om een leidende rol te spelen op het gebied van schone energie en duurzame technologieën.

De beleidsverklaring van Von der Leyen bouwt voort op de Green Deal. Decarbonisatie is een centraal thema met een nieuw voorstel voor een Industrial Clean Deal, gericht op het behalen van de Europese klimaatdoelen voor 2040.

Deze verklaring legt extra nadruk op het versterken van Europa's concurrentiekracht. Dit door een Europees Competitiviteitsfonds op te richten dat technologieën zoals AI, biotechnologie en schone technologieën ondersteunt. Met als uiteindelijke doel de strategische autonomie te versterken en Europa op de voorgrond van mondiale innovatie te plaatsen.

2. Balans tussen economische groei én sociale inclusie

Een duidelijke, minder gekende overeenkomst is het streven naar een balans tussen het sociale en het economische. Zo stelt Draghi dat Europa niet alleen zijn industriële en technologische basis moet versterken, maar dat dit gepaard moet gaan met een economische groei die inclusief is en zorgt voor sociale cohesie. Hierbij wordt bijvoorbeeld gewezen op het belang van toegang tot vaardigheden en banen, vooral in de context van digitale en groene transities.

De Green Deal legt sterk de nadruk op sociale rechtvaardigheid door te pleiten voor een rechtvaardige transitie waarin niemand achterblijft bij de overgang naar een koolstofarme economie. Sociale beleidsmaatregelen, zoals het Just Transition Mechanism, moeten regio's en werknemers ondersteunen die door de transitie worden getroffen.

Von der Leyen's visie omvat ook sterke sociale maatregelen, waaronder een actieplan voor de implementatie van de Europese pijler van sociale rechten. Ze benadrukt de noodzaak om sociale en economische doelen met elkaar in balans te brengen.

3. Innovatie en technologie als motor voor groei

De drie visiedocumenten pleiten voor het belang van innovatie en opkomende technologieën zoals AI en beschouwen ze als cruciaal voor Europa's toekomst. Draghi legt de focus ligt op het versnellen van technologische innovatie en het dichten van de kloof met de VS en China, waar de Green Deal innovatie koppelt aan de groene transitie. Zij zien innovatie in schone technologieën en energieoplossingen als de sleutel om de Europese duurzaamheidsgroei te stimuleren. Von der Leyen's beleidsagenda onderstreept bijkomend het belang van technologische soevereiniteit en stelt voor om investeringen in kritieke technologieën op te voeren via een Europees Competitiviteitsfonds.

Conclusie

De kern van de overeenkomsten tussen deze drie visies ligt in het streven naar een duurzaam én concurrerend Europa, met innovatie als de belangrijkste motor voor zowel economische groei als de groene transitie. Concurrentiekracht en klimaatdoelen zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden en niet los van elkaar te realiseren. De verschillen zitten vooral in de klemtonen en in de framing: het rapport over Europese concurrentiekracht legt meer focus op concurrentievoordelen en geopolitieke risico's, de Green Deal plaatst sociale en milieuoverwegingen centraal, en Von der Leyen's beleidsverklaring zoekt een balans tussen deze elementen.

De kracht van de EU heeft altijd gelegen in een grondig wetenschappelijk onderbouwd beleid: realisme en geen populisme. Hopelijk kijken de verschillende formateurs en onderhandelaars in ons land naar deze realistische aanpak en houden ze niet betweterig vast aan populistische, maar onrealistische ideeën die het goed doen in verkiezingstijden, maar realistisch noch betaalbaar zijn.